ouders-en-jongeren.jpg

Er zijn situaties waarin ouders niet zelf meer voor hun kinderen kunnen zorgen, bijvoorbeeld als ouders zijn overleden, of als de moeder nog minderjarig is. Of als de thuissituatie ernstig onveilig is. Ouders verliezen dan het gezag over hun kinderen. JbOV is dan verantwoordelijk voor een goede verzorging, ontwikkeling en opvoeding. 

Voogdij, wat betekent dat?

Als een jeugdige nog geen 18 jaar is, is een volwassene voor hem verantwoordelijk. Meestal zijn dit de ouders, zij hebben het ouderlijk gezag over hun kind. Zij voeden hun kind op, zorgen voor een huis, voor eten en verzorgen hun kind.
Er zijn situaties waarin ouders zelf niet meer voor hun kind kunnen zorgen. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) doet dan onderzoek. Op basis daarvan kan de kinderrechter besluiten dat ouders niet zelf verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kind. Dit betekent dat iemand anders het gezag van de ouders overneemt en de voogdij krijgt. Dit kan iemand uit de familie zijn of pleegouders. Maar het kan ook zijn dat Jeugdbescherming Overijssel (JbOV) de voogdij overneemt. Tijdens deze wettelijk opgelegde voogdijmaatregel hebben ouders niet langer het ouderlijk gezag. Bij het uitvoeren van de voogdij staat bij JbOV het belang van de jeugdige altijd voorop.

Wat gaat er gebeuren?

Een jeugdbeschermer van JbOV gaat de jeugdige begeleiden. De jeugdbeschermer heeft regelmatig contact met de jeugdige. Hij zorgt voor een plek waar de jeugdige veilig kan opgroeien, het liefst bij bekenden, bijvoorbeeld familie. Als dat niet kan dan misschien in een pleeggezin of in een leefgroep. De jeugdbeschermer treedt op als wettelijke vertegenwoordiger van de jeugdige. Hij beslist over allerlei zaken, zoals welke school geschikt is; of hulp nodig is,  en over financiële zaken. Het kan zijn dat een jeugdige al onder toezicht stond bij JbOV. Als het mogelijk is blijft dan dezelfde jeugdbeschermer hem begeleiden als voogd.
De jeugdbeschermer beslist ook of de jeugdige contact houdt met zijn ouders. En op welke manier het contact plaatsvindt. JbOV vindt contact tussen ouders en kinderen belangrijk, maar alléén als dat kan en in het belang van de jeugdige is. De veiligheid van de jeugdige is voor JbOV uitgangspunt.
De jeugdbeschermer vindt de mening van de jeugdige belangrijk. Ook praat hij met anderen, zoals met ouders, familie, school en het gezin of de leefgroep waar de jeugdige woont. Hij zoekt, samen met betrokkenen, naar oplossingen en wie kan helpen.  In de eerste zes weken van de voogdij maakt de jeugdbeschermer met de jeugdige en met de mensen die het belangrijk vinden dat het goed met hem gaat, een Plan van Aanpak.

Wat is een plan van aanpak?

In het Plan van Aanpak staat beschreven wat er aan de hand is, waarom de voogdij is uitgesproken. En hoe de jeugdige geholpen gaat worden. Ook is te lezen hoe het met de jeugdige gaat in de nieuwe woonomgeving; hoe het op school gaat, welke zorgen er zijn en wat goed gaat. In het Plan van Aanpak staat ook of, waar en hoe ouders bij de opvoeding en verzorging betrokken worden.

Hoe lang duurt de voogdij?

De voogdijmaatregel duurt zo lang het nodig is, maximaal tot de jeugdige 18 jaar wordt. Omdat het voor een jeugdige waarschijnlijk prettiger is om een persoon als voogd te hebben die zijn hele leven betrokken blijft, zoekt JbOV tijdens de uitvoering van de maatregel naar een geschikte persoon voor die rol. Als bijvoorbeeld een pleegouder of familielid de voogdij kan overnemen, legt JbOV dit verzoek neer bij de kinderrechter.
Denken ouders dat zij zelf de volledige verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding weer aankunnen? Dan kunnen zij een verzoek bij de kinderrechter indienen om ‘hersteld te worden in het ouderlijk gezag’. De rechter laat zich dan adviseren door de Raad voor de Kinderbescherming, die eerst een onderzoek instelt.

Met WIJZ op weg naar minder registratie-uren

Nienke Temmink, functioneel beheerder

Vijftien jaar werkte JbOV met het registratiesysteem IJ. Het werd steeds lastiger deze software goed te onderhouden, bijvoorbeeld op het gebied van beveiliging. Ook pasten de nieuwe methodiek en dienstverlening niet goed meer in het oude systeem.

Lees meer