Corné Dijkstra, kwaliteitsmanager
Bij JbOV vinden we het belangrijk om kwaliteiten te behouden en te benutten. Dit hoeft niet altijd een overstap naar een andere functie te betekenen. De kans om intern door te groeien ligt niet voor het oprapen, maar als het voorbij komt, dan moet je een poging wagen. Corné heeft zijn kans met beide handen aangegrepen.
- Voorheen ben je werkzaam geweest als jeugdbeschermer bij JbOV. Hoe kijk jij terug op deze periode? Waarom ben je dit werk gaan doen? Wat trok je aan? Wat viel tegen?
Ik ben in 2016 begonnen als jeugdbeschermer in team Zwolle. Daar heb ik ruim 3,5 jaar gewerkt, voordat ik de overstap maakte naar de functie van kwaliteitsmanager. Tijdens mijn opleiding Pedagogiek heb ik stage gelopen bij Trias pleegzorg. Daar heb ik veel te maken gehad met jeugdbeschermers van JbOV. Vanaf dat moment wist ik dat ik ooit een keer bij de jeugdbescherming wilde werken.
Wat mij het meeste aantrok in de functie was de afwisseling in het werk en de rol van een soort regisseur: Samen met kinderen, ouders en hulpverleners op zoek gaan naar én werken aan verbetering. Wat mij tegenviel in het werk waren toch wel de problematische scheidingen. Je ziet dat kinderen klem zitten en je wilt ze graag helpen, maar jouw mogelijkheden zijn beperkt. Het zijn de ouders die tot inzichten moeten komen, maar die zijn, in een complexe scheiding, vaak in strijd met elkaar en bezig met het halen van hun gelijk. En vooral dit laatste is zwaar. Ouders doen er alles aan om jou als jeugdbeschermer te laten zien dat zij het juiste doen en de andere ouder er een potje van maakt. Er is altijd een ouder, die ontevreden is met een besluit dat je neemt. Ouders betrekken het besluit eerst op zichzelf in plaats van op het belang van het kind. Gelukkig zijn er ook succesverhalen, waar het lukt om met ouders de situatie te verbeteren en te creëren, waarin hun kinderen zich positief kunnen ontwikkelen.
- Wat was jouw eerste ingeving toen je de vacature van kwaliteitsmanager zag? Om welke redenen ben je gaan solliciteren?
Toen de vacature van kwaliteitsmanager kwam, dacht ik: ‘Dit is mijn kans’. Ik werd als jeugdbeschermer al vaker gevraagd om mee te denken en te werken aan projecten en haalde hier ook veel energie uit. Ook heb ik vanuit JbOV de Masteropleiding TOC (Theory of Constraints) mogen volgen en werd ik steeds vaker gevraagd om, binnen de organisatie, meer overstijgend mee te denken en te werken aan ontwikkeling en verbetering. En zo zie ik ook mijn functie als kwaliteitsmanager.
- Wat houdt jouw functie in en welke positie heeft dit in de organisatie? Hoe verhoudt zich dat met je voormalige collega's/uitvoerend werk?
Mijn functie als kwaliteitsmanager is heel divers en heeft met name te maken met; ‘Doen we nog de juiste dingen en waar moeten we ontwikkelen of verbeteren?’ Ik houd mij o.a. bezig met de interne audits en (prospectieve) risico-analyses op alle processen. Hierbij wordt gekeken of we doen wat we met elkaar hebben afgesproken én of we mogelijk risico’s lopen, die we weg kunnen of zelfs moeten nemen. Verder ben ik ook actief betrokken bij alle werkzaamheden rondom onze Commissie Oorzaak Analyse (COA). Hier komt alles voorbij wat te maken heeft met ingrijpende gebeurtenissen, zoals calamiteiten, incidenten, klachten, agressie etc. Ook bij deze processen onderzoeken we met elkaar wat we hiervan kunnen leren en hoe we daarmee onze kwaliteit van dienstverlening kunnen vergroten, met het uiteindelijke doel dat we onze kerntaak zo goed mogelijk uitvoeren; ‘Het beschermen van kwetsbare jeugdigen.’ De verbinding met de jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders is daarbij erg belangrijk. Zij zijn degene die met de ‘voeten in de klei’ staan en vaak ook weten wat er niet goed gaat en wat er beter kan of moet.
- Waar ligt de uitdaging voor jou als kwaliteitsmanager?
Mijn uitdaging in mijn functie ligt voornamelijk in enerzijds de verbinding houden met de werkvloer en anderzijds overstijgend naar de organisatie en de kwaliteit kijken om zo goed mogelijk aan het MT kunnen adviseren over verbeteringen. Ondanks dat ik mijn best doe om de verbinding met het primaire proces te houden, kan ik helaas niet zeggen dat dit altijd voldoende lukt. Ik ben vorig jaar februari gestart in mijn functie en toen kregen we ook te maken met Covid-19 en alle beperkingen die daarbij komen kijken. Op onze locatie in Zwolle ben ik, denk ik, vrij zichtbaar en benaderbaar, echter is dit op onze locatie in Hengelo nog onvoldoende gelukt. Wanneer het de goede kant op gaat met Covid-19 en de beperkingen, dan biedt dit mij de kans om ook op deze locatie, zichtbaarder te worden en voornamelijk ook input van hen te krijgen in mijn dagelijkse werkzaamheden.
- Hoe kijk jij aan tegen de kwaliteit van dienstverlening van JbOV? Wat zijn de sterke punten en waar liggen de verbeterpunten? Welke invloed heb jij hierop en hoe ga jij dit aanpakken?
Ik denk dat we er als JbOV goed voor staan. We hebben afgelopen jaren hard gewerkt aan een stabiele organisatie die ‘in-control’ is op alle belangrijke aspecten van het werk. Het sterkste punt van JbOV: De medewerkers in het primaire proces. De organisatie kan veel inrichten en faciliteren met een goed beleid en ondersteuning, maar het valt of staat met de medewerkers die dagelijks bij onze cliënten thuiskomen. Voor ons certificaat worden we jaarlijks ge-audit door het Keurmerkinstituut en voert de Inspectie Gezondheidszorg Jeugd (IGJ) toezicht uit op de Gecertificeerde Instellingen. Het feit dat de IGJ na afloop van hun toezicht in februari 2021 zeer positief was over wat ze hebben gezien en gehoord in de gesprekken met jeugdbeschermers en cliënten, geeft voor mij aan dat onze uitvoerende medewerkers de kracht zijn van JbOV. Ook het Keurmerkinstituut heeft in juni 2021 geen tekortkomingen geconstateerd in het primaire proces en geven aan betrokken en gepassioneerde medewerkers te hebben gesproken.
- Zijn er andere zaken die jij nog wilt melden?
Ja, ik maak mij zorgen over de landelijke ontwikkelingen die er zijn in de jeugdbeschermingsketen en met name ook de beeldvorming hierover. Er gaat bijna geen dag voorbij en de jeugdhulp of jeugdbescherming is negatief in het nieuws. Deels is dat ook begrijpelijk, want het gaat ook niet altijd goed en er zijn structurele problemen die opgelost moeten worden. Maar wat we niet mogen vergeten is dat de keten van jeugdbescherming een zeer belangrijke rol speelt in het beschermen van kinderen, die in een onveilige (thuis)situatie verkeren, waarbij het eigen netwerk er onvoldoende in slaagt om dit weg te nemen. Daarvoor is de jeugdbescherming hard nodig, maar zijn vooral jeugdbeschermers hard nodig.
De negatieve beeldvorming, die naar mijn idee onterecht is, heeft helaas ook een negatief effect op de aanwas van toekomstige professionals. Dit is ook vooral een oproep aan alle (toekomstige) professionals om je goed te laten informeren en het gesprek aan te gaan over de taken van een jeugdbeschermer. Is het werk dan makkelijk? Nee zeker niet, maar wanneer je je goed laten informeren krijg je een duidelijker en vollediger beeld van het werk als jeugdbeschermer en worden ook de mooie kanten van het vak zichtbaar. Je kunt dan een goede afweging maken of jij een bijdrage wilt leveren aan de kinderen die dat het hardste nodig hebben!
- Aan wie geef jij de microfoon door? En wat wil jij van die persoon weten?
Ik geef de microfoon graag door aan Benjo Hilbrink. Benjo is onze HR-manager en heeft een grote uitdaging, want hoe gaan wij ervoor zorgen dat JbOV, maar dat geldt voor alle GI’s, voldoende medewerkers binnenhalen en behouden om de meest kwetsbare jeugdigen te kunnen blijven helpen?