De Nederlandse jeugdbeschermingsorganisaties hebben gezamenlijk besloten om deelname aan overleggen en bijeenkomsten met de landelijke overheid en de daaraan verbonden instituties tot het einde van het jaar op te schorten. De Gecertificeerde Instellingen (die jeugdbescherming en jeugdreclassering bieden) trekken met deze werkonderbreking een streep, in navolging van de stakingen in de jeugdbescherming door de FNV.
In een brief aan de betrokken instanties schrijven de jeugdbeschermingsorganisaties: “Het is crisis in de jeugdbescherming. Al langere tijd wijzen wij op deze precaire situatie en de urgentie van maatregelen op zeer korte termijn. In december vorig jaar stuurden wij een brandbrief. Sindsdien heeft er vaak en intensief overleg plaatsgevonden, maar de problemen zijn niet minder geworden. We lieten onderzoeken wat een reële caseload voor jeugdbeschermers is, maar de vele gesprekken sindsdien hebben nog niet geleid tot concrete aanpassingen. Deze situatie moet dringend veranderen”.
Vanaf 21 november a.s. is er dus sprake van een werkonderbreking bij de Gecertificeerde Instellingen, die wordt ingevuld door niet meer mee te werken aan (verantwoordings)verzoeken, onderzoeken, overleggen en bijeenkomsten van de landelijke partijen/partners in de jeugdbescherming (ministeries JenV en VWS, Inspecties JenV en IGJ, het KMI, de JA en het SKJ). Het gaat hierbij bijvoorbeeld om netwerkbijeenkomsten die georganiseerd worden door de ministeries of de Jeugdautoriteit, het uitwerken van onderzoeken naar aanleiding van meldingen bij de inspectie of het faciliteren van werkbezoeken vanuit het ministerie van J&V of VWS. De jeugdbeschermingsorganisaties geven aan dat medewerking aan deze trajecten veel tijd van hun medewerkers kost, “tijd die ze onder de huidige omstandigheden echt beter op een andere manier kunnen gebruiken”.
Deze werkonderbreking duurt tot het einde van het jaar. Niet alleen de afzonderlijke Gecertificeerde Instellingen zullen aan deze werkonderbreking deelnemen, deze werkt ook door voor de medewerkers van het bureau van Jeugdzorg Nederland. Aan overleggen die direct gerelateerd zijn aan het oplossen van de crisis en het verlagen van de caseload zal wel deelgenomen worden. Ook zijn er andere uitzonderlijke situaties waarin niet deelnemen te grote onwenselijke effecten heeft en waar de organisaties dus wel deelnemen, zoals aan de systeemaudit bij het KMI die bij de certificering hoort en het dossieronderzoek in het kader van de Kinderopvangtoeslagaffaire, alsook noodzakelijke overleggen in het belang van de voortzetting van actuele hulp.